lichess.org
Donate
Bosgenot rapid

eigen foto

Rapid, blitz en waarom lichtblauwe watjes geen klassiek schaak meer spelen

Chess
Een beperkte beschouwing waarom de wereldtop geen klassiek meer wil spelen (en kortere bedenktijden gewoon leuk zijn).

Recent – en dan bedoel ik de afgelopen jaren - zien we de absolute top zich wentelen in het ene na het andere online rapid- en blitztornooi. In de FIDE-ranglijst van december 2023 heeft de top tien samen maar 52 partijen gespeeld en achter hen is het zoeken naar een top-100 speler die meer dan 20 klassieke partijen gespeeld heeft.
Partijen met een korte tijdslimiet zijn leuk, de tornooien zijn goed gesponsord en voorbereiding komt er niet echt aan te pas, want “toch maar blitz”. En omdat een blitzrating en zelfs een rapidrating veel lichter wegen dan de klassieke rating, kunnen de toppers hier naar hartenlust experimenteren, zonder hun pluimen (klassieke rating) te verliezen. Dat, en het aspect “leuk” lijken de drivers te zijn van de grote populariteit bij de spelers.
Dat Carlsen begin 2024 zelfs Wijk aan Zee – het toptornooi met de grootste traditie (want wees eerlijk: Hastings is al lang geen toptornooi meer, en de andere toptornooien hebben een veel kleinere kilometerstand) links laat liggen, zegt veel over zijn prioriteiten en voorkeuren. Hij kan het zich als topper permitteren – maar misschien zit enkel de top tien in een gelijkaardige situatie. Dat een Caruana, Nakamura, Giri, Nepo, Aronian dit zouden kunnen overwegen lijkt me mogelijk, maar een Vitiugov, Niemann, Rapport, ... gaan een uitnodiging voor Tata niet in de papiermand mikken. Zij hebben ofwel nog krediet als topper op te bouwen, of kunnen de cash niet zomaar missen. Het versterkt natuurlijk het “ivoren toren” imago van de wereldtop. Ze verliezen minder snel elo aan de nieuwe generatie; de strategie lijkt een vervanging te zijn van de supertornooien van weleer: de top speelt enkel tegen elkaar en zelfs een slecht tornooi kost weinig elopunten. Nu, met een lucratief parallel circuit, lijkt de strategie zelfs “niet spelen”. De stakhanovisten van de jaren tachtig en negentig beschouwen de huidige generatie waarschijnlijk als lichtblauwe watjes.
Toen ik bezig was aan dit artikel, passeerde ook nog dit Chessbase artikel, met nog wat bevestiging van wat velen al opgemerkt hebben: de jonge wolven hebben honger – zelfs wereldtoppers hebben het moeilijk tegen de nieuwe namen. Wat meteen de vrees verklaart dat maar weinig toppers nog op klassiek schaak draaien - teveel risico voor die dure elopuntjes. Alsof dat nog niet genoeg was, gaf Lenier Domminguez nog een voorbeeld in Sitges: na een remise in de tweede ronde tegen een FIDE-meester (2373), moest hij in de vijfde ronde nog een remise toestaan tegen de veertienjarige IGM Pranav Anand (2509) - met een verlies van 4,7 elo trok Dominguez de stekker eruit en hoopte dat zijn elo-concurrenten voor het kandidatentornooi (So en Firouzja) misschien nog wat meer elo zouden laten liggen in hun onderlinge strijd.
De blitz- en rapidtornooien zijn voor de kijkers ook leuk: karrenvrachten behoorlijk goede partijen, maar vooral interessante partijen – wie de Youtube-kanalen van Agadmator of Nakamura volgt, krijgt dagelijks er enkele uitgelicht, en met het commentaar kan je extra genieten van de gespeelde partijen. Vroeg of laat passeert er wel een opening die je zelf speelt, en dan is het opletten geblazen, om te zien hoe de toppers ermee omgaan.
Persoonlijk vind ik blitz wat te snel – mijn intuïtie is nog behoorlijk OK, maar mijn openingskennis en rekenkracht begeeft het soms onder druk. Daarom is rapid voor mij het “ideaal tempo”. De openingen zijn normaler, een puur intuïtieve zet is perfect mogelijk, je kan al eens nadenken over een zet, en toch speelt het tijdselement mee, want als je gewoon de stelling moeilijk maakt, kan je nog altijd een verdediging omvormen in een aanval.
Recent was er de Ben de Cat Memorial in Roeselare, of zoals het tornooi officieel heet: het Bosgenot-tornooi. Het is een rapid- en een blitztornooi dat na elkaar op één namiddag gehouden wordt en was afgelopen zaterdag aan zijn tweede editie toe (zie foto). Het aantal spelers was flink groter dan in de eerste editie, en mede daarom had men gelukkig gekozen voor een iets grotere locatie (alleen jammer voor de treingebruikers was deze niet vlak naast het station gelegen, zoals vorig jaar).
Ook jammer was de heel beperkte deelname van Roeselaarse spelers, waardoor ik zelfs met een bierprijs ging lopen, maar verder was dit inderdaad een relatief “stressvrij” tornooi. Gewoon een potje schaken en genieten van de aanwezigheid van nieuwe en oude bekenden. Goede partijen werden afgewisseld met slechte, geniale ingevingen liepen spaak op die ene verdediging en een occasionele blunder in de opening kon in het eindspel rechtgezet worden. Het was ideaal om nieuwe en oude openingen te testen en zo liep ik wel een paar keer tegen de lamp.
In tegenstelling tot het eerste tornooi, waar ik probeerde mijn partijen te noteren, ging ik hier voor het resultaat, met een acceptabele 4,5/7 tot slot (en een eloprestatie precies volgens rating). Omdat ik geen partijen noteerde, daarom een rapidpartij van vorig jaar (niet uit Bosgenot, maar uit het rapidtornooi van Zundert). Een licht partijtje, waarin wit te optimistisch offert, en zwart snel overneemt.

https://lichess.org/study/embed/nhw48oL3/0R9jxYK8#0